Een terugblik

EERSTE BEDRIJF

De revue-commissie van de Vaalser harmonie koos deze keer in het eerste bedrijf voor een persiflage op het actuele, zeer veel bekeken, TV-programma “B&B vol Liefde”, waarbij het mensje-vruisje, mensje-mensje en vruisje-vruisje in de zin van “ ’T IS POT WIE DÈKKEL ” uit de taboe-sfeer werden gehaald. In de kapsalon van Tuuën Teutejóld (Jules Louvenberg) met zijn assistenten Julie (Eva Krout) en Juulke (Jules Reumerman) kijken de gezellig roddelende dames Nètta Naatsjesjier (Patricia Dassen), Sjakkelien Sjpeulbusjtel (Ellen von Wintersdorff) en Mienie Muggesjtisj (Manuela Crutzen) op TV naar het programma “B&B vol Liefde”. Als eerste kandidaat meldt zich vanuit zijn B&B in Sjeveniengen charmeur Karl-Heinz_Roedolf Scheiswetter (Jo Kern), die op zoek is naar een lief Frautje dat voor hem kan “wasjen, sjtreiken en reine maken” en dat als er nog tijd is met hem ook een beetje kan knüffelen. Het is al snel duidelijk dat hij bij de dames in de kapsalon geen schijn van kans heeft. Dan verschijnt plotseling de met de noorderzon vertrokken zoon Mannie van Trautsje Möllepeëd (Brigitte Pelzer) in beeld om gasten te werven voor zijn Bi&Bi “Casa Amor” op Ibiza. En het roddelgehalte stijgt. Ook polies Nöl Bóterblom alias Nölsje Prottekölsje (Hay Staps) is onderweg naar de kapper (raziere en de sjei in de mèdde), maar stuit op twee toerfietsers (Tof Krout en Gavin Schmitz), die hij op last van de burgemeester moet wegsturen, maar niet voordat hij hun namen “opnotiert”: Raymond Poulidor en Jacques Anquetil. In de kapsalon attendeert men Nól erop dat deze twee sjtoekrennere allang dood (eëdvoel) zijn. Bovendien loopt hij achter, want na een bezoek van Tom Dumoulin heeft de Raad “d’r kuttel i-jetróke”. Nadat hij kundig is geschoren treft hij de twee Frantsoeëze opnieuw en wordt hij bij het noteren van de namen voor de tweede keer verèppeld: Mathieu van der Poel en Wout van Aert. In de kapsalon gaat het roddelen onverdroten door. Het verhaal verplaatst naar Ibiza. Bij de Bi&Bi van Mannie Möllepeëd verschijnt de eerste gast: Willie van de Walle (niet van de wallen!), afkomstig uit de Jordaan, die Mannie vanaf het eerste moment op z’n jordanees probeert te versieren. Maar “zusse” Mannie is zelfs met een klefbekkie niet te vermurwen. Een tweede gast meldt zich aan tot hilarische verbazing bij de dames in de kapsalon: Sjakkelien Sjpeulbusjtel, die zonder haar vriendinnen daarvan iets te zeggen naar Ibiza is vertrokken om daar de liefde te vinden. Sjakkelien hoort dat er al een eerste gast is, concurrentie dus, en beide meiden lijken mekaar dan ook niet erg te mogen. Tot overmaat van ramp moeten ze ook nog vanwege plaatsgebrek (bedgebrek) samen één bed delen. Dan verschijnt er een derde gast: Tuuën Teutejóld. Bij Mannie slaat het vonkje gelijk over. Tuuën twijfelt nog, maar het feit dat ook hij het bed moet delen, in dit geval met Mannie, doet de twijfel snel verdwijnen. Een avondje aan de stam-cocktailbar van Mannie doet wonderen. Na enkele cocktails zoeken de dames als eerste het bed op en dat verloopt niet bepaald gezellig. Mannie en Tuuën blijven nog even hangen en dan zoeken ook zij enigszins aangeschoten al zingend (Heia poepeia) het bed op, vanuit hun kamer gade geslagen door Willie en Sjakkelien, die nu alle verwijten aan de kant zetten en plotseling het dèkkelsje op het pötsje hebben gevonden. De volgende ochtend wordt alles duidelijk: het dèkkelsje Sjakkelien past op het pötsje Willie en het dèkkelsje Tuuën past op het pötsje Mannie. Mannie bekent aan Tuuën, dat hij weliswaar zijn draai heeft gevonden op Ibiza, maar dat bij hem nog steeds het heimwee naar Vaals knaagt. Tuuën maakt korte metten: Dan is er maar één weg te gaan, morgen terug naar Vaals.

Het eerste bedrijf wordt doorspekt door mooie muziek:

De harmonie musiceerde o.l.v. dirigent Patrick Sporken:
“La Bicyclette” (instr.)
“Largo al factotum” Figaro-scheerscène (Maurice Delnoije)
“Oh oh Den Haag” (Henk van den Berg)
“Maan van e sjtèdsje zoe klèng” (Roy Krout)
“Böhmischer Tequilla” (instr.)
“Zoet, zout, zuur” (John Pelzer)
“Piano Man” (Maurice Delnoije)
“Pina Colada” (Sarah Franssen-Mommer + dans jeugdleden)
“Drink doch eine mit” (Huub Zegers)
“Ik heb een heel apart gevoel van binnen” (Gerda Bülles)
“Ich bin wie du” (Brigitte Pelzer)
“Óp jedes pötsje paast e dèkkelsje” (Huub Zegers)

TWEEDE BEDRIJF

We zijn terug in Vaals. Het is de elfde van de elfde. In het jubileumjaar 7×11 neemt de harmonie het karnavalsseizoen van de “Grensülle” karnavalistisch “óp de sjiepe”. President (Ellen von Wintersdorff) van CV de “Troanjrülle” marcheert op met haar Elveroad ( Manuela Crutzen en Eva Krout) en de Jarde (Patricia Dassen en Jules Reumerman). Het begint al met de aankondiging van de president van CV. de “Troanjrülle” dat vanaf nu de prins een lang seizoen is gegund door de proklamatie al op de elfde van de elfde te laten plaats vinden. En wel niet in de zaal maar op het plein voor het gemeentehuis. Moeder Trautsje wacht bij de prinsenproklamatie tevergeefs op zoon Mannie en wordt “” aangenaam” verrast. Hun terugkeer naar Vaals resulteert in de proklamatie van prins Mannie (Möllepeëd) de Eerste met zijn hofnar Tuuën (Teutejóld). De burgemeester komt feliciteren, maar mam Trautsje kruipt voor, eerst een beetje boos, maar dan trots op haar Mannie. Natuurlijk volgt dan de traditionele Mariechentanz. Het programma van het seizoen komt nu in verhoogd tempo voorbij. De sjlajerovvend levert een overwinning op voor “d’r Jong va Klèng” (Maurice Delnoije als Joost Klein), mede door de diskwalificatie van de tweede kandidaat, die Wino Winkens de camera uit zijn handen zou hebben geslagen. De Herrezitsóng verrast met een vurige Samba-dans en Maastrichtse pier Allewies van ’t Maatbüllekoer. De dames in de zaal wordt van tevoren verzocht de voor hun liggende oogkleppen op te zetten, omdat zij normaliter niet op een Herrezitsóng thuis horen.
De Damezitsóng (de mannen in de zaal moeten nu de oogkleppen op) levert de volgende verrassing op: prins Mannie de Eerste transfereert naar prinses Sjannie de Eerste, de eerste prinses in d’r Völser karneval. Na een eerste “wat maachste miesj daan noen?” is het wat moeder Trautsje betreft “pot wie dèkkel” en kondigt zij haar speciale optreden aan. En na de felicitaties en ’n moel van ’t Clara Zushoolts (Maurice Delnoije) ondersteunt Trautsje al zingend “You can leave your hat on”, een omgekeerde striptease van vier sexie mannen. De tijd gaat snel: de Revue wordt aangekondigd. Er volgt één van de vele hoogtepunten uit revue’s uit het verleden: de “Gondelscène” met Henk van den Berg als gondoliere en Brigitte Pelzer als sjieke passagierster. Het daarop volgende Auw Wiever Trèffe heeft een ongelukkige start: i.p.v. het oad wief eróp losse, valt het uit de lucht. Maar de misser wordt hersteld en met een luid bootsignaal meldt zich de “Auw Sjuut” met Sinterklaas en …. Piet als bemanning. De burgemeester (Hay Staps) verwelkomt de Sjuut, maar vindt die Heëlendsje Wink maar gebakken lucht. Hij presenteert in één lied maar zelfs 21 Völser sjlajere (wat een rijkdom!). Het is nu tijd voor de sleutel(met afstandsbediening)overdracht, waarna prinses Sjannie enigszins besjwiepst de Elf Parajrafe probeert voor te lezen. Een kleine bloemlezing uit de tekst:
Parajraaf 3. DRINK DOCH ÈNGE MIT, DAT IS HUU ’T MOTTO HASTE ÓCH JEE JÈLD, NUUS IN D’R LOTTO DE JEMÈNGDE IS DIS JOAR DRÖM ZIER ROJAAL WAT ’T KOUST IS DEUN JANS EJAAL. ZE MELDE HUU MIT VEUL BEHEI ’T JIFT DIE VASTELOVVENDSDAACH VREEJ DRINKE ÓP D’R JULIANAPLEI.
Parajraaf 9 WEËDT UUR MIT DIE DAACH VAN D’R HONGER JETRÓFE DA KUNT D’R JULIANPLEI JO WIE JERÓFE ITALIÄNIESJ, TÜRKIESJ, JRIESJIESJ DUNT ZE DOA KOUCHE DAT WÈL ZARE….DAT HANT ZE ÓS VERSJPROUCHE.
Parajraaf 12: VUUR VÖLSER ZUNT JASTVREEJ ÓCH AL BISTE NIT VA HEEJ ÖVVER VREMDE JEE JELABER LOS DAT MÈ AN DIE VRAUW VA FABER SJWATSE, BROENGE, JEËLE, WEË ÓCH NIT VIERE MIT ÓS VÖLSER MIT.
Hoogtepunt in d’r Vólser karneval is de grote optocht. Een bont gezelschap aan deelnemers trok via de foyer door de zaal naar de bühne. De harmonie, voorop gegaan door d’r Auwe (Sjlappe) Kroam, pakte uit met alles wat zij in haar gelederen heeft: d’r Jonge Kroam (de Jeugdharmonie o.l.v. Richard Didden), d’r Sjläjer Kroam (de drumband o.l.v. Roland Jaegers) en d’r Nuije Kroam (het Nieuw Talent Orkest o.l.v. Patrick Sporken). Verschillende Einzelgänger maakten het plaatje compleet: de gekleurde sollicitant voor de St.Pauluskerk, de kok die wacht op de horeca op het Julianaplein, Zusse Kroam, ’t Louch in d’r Óptsöch, Jrenskontrol à la Faber en d’r sjtoekrenner met een bedankje aan Tom Dumoulin. En als afsluitend hoogtepunt president, Elverroad en Jarde met de Eenhoorn-prinsenwagen met prinses Sjannie en hofnar Tuuën. Een groot en bont gezelschap bevolkte samen met de harmonie de bühne. De daaropvolgende afsluitende karnavalsdinsdag werd niet gehouden in Jullepe, maar óp d’r jroeësse plei i Vols.
De president van Cv. de Troanjrülle transformeerde aan het slot van de revue weer tot de echte president Ellen von Wintersdorff van de Koninklijke Harmonie St. Cecilia 1836 Vaals en feliciteerde de jubilerende Grensülle (óch al hant vuur uusj huu óp de sjiepe jenomme) met hun jubileum. En niet te vergeten de jubilerende jonge van d’r Sjlappe Kroam (de eerste keer in de revue-geschiedenis dat iemand van buiten de harmonie aan de revue mocht deelnemen). Na alle hoog verdiende bedankjes volgde het telkens weer emotionele, hondervèl-moment van “Vols, doe bis e dörp”

Ook het tweede bedrijf werd doorspekt met mooie muzieknummers door de harmonie o.l.v. Patrick Sporken:
“Also sprach Zarathustra” (instr.)
Mars “Larida”
“Happy Polka” (Mariechentanz)
“Vols pakt oes”
“Volser Pappa” (Maurice Delnoije)
“Sjeerpe Sjonnie” (Huub Zegers en Jules Louvenberg)
“Samba-dans”
“Reuzerad” (Roy Krout)
“Prinzessin” (Sarah Franssen-Mommer)
“Eemoal ’n moel va diesj” (Maurice Delnoije)
“It’s Amore” Gondelscène (Henk van den Berg)
“Zie ginds komt de stoomboot”
“Aan het strand stil en verlaten” Völser sjlajere (Hay Staps)
“Allemoal hèngeree” en “Üllevoer” (Roy Krout)
“Vols doe bis e dörp”

PS. Op zaterdag 1 februari bezocht onze Commissaris van de Koning, Gouverneur Emile Roemer, op uitnodiging van burgemeester Harry Leunessen, de revue. Niet gehinderd door het Völser plat genoot hij zichtbaar. Hij klatsjte en zong mee, amuseerde zich aan de veelvuldige humor en uitte zijn bewondering met “Geweldig, wat een talent in Vaals!”. Waarvan akte.

 

Deel dit bericht.