HUB DEITZ CARNAVALSREVUE 2024
“SJWIESJ DE MOEL”
Sjwiesj de moel zaach! Doa feële doch de wöad!
De “Moeziek va Vols” trakteerde de afgelopen twee weekends zo’n 1800 bezoekers weer op een weergaloze revue. Alle ingrediënten die je maar kunt bedenken om een revue verrassend, aantrekkelijk, kleurrijk, pakkend, prikkelend en emotioneel te maken, wisten de samenstellers van de revue te verpakken in een amusant verhaal, uitgebeeld door acteurs, zangers en dansers, ondersteund door foto- en filmbeelden op een groot LED-scherm als decor en een groot harmonieorkest met passende muziek. Als ouverture koos men voor een kleine flashmob met Beethovens “Ode an die Freude” ( ”Alle Menschen werden Brüder”), zoals later aan het einde bleek een keuze met een boodschap. Bijzonder en verrassend was de kabaretteske manier waarop lokale actualiteit op de korrel werd genomen (e bies-je dörsj d’r kakau woad jetróke): de al jaren storende leegstand aan het nieuwe von Clermontplein. De bewoners, de truttige wereldvreemde Filomena Flötekieës (Ellen von Wintersdorff), de (over anderen) praatgrage Wies-je Weisjklammer (Patricia Dassen) en de aparte alternatieve Jerda Joemieboom (Brigitte Pelzer) (steeds vergezeld van haar joemiebeumsje Fikoes Elastika) nemen de situatie kritisch en met eigen ideeën onder de loep en gaan zelfs in een protestdemonstratie op de barricaden als er zaken op het plein dreigen die bij hun niet in de smaak vallen. Hoesmeester Jacob Knauze (Huub Zegers) doet al knoterend zijn job voor de steeds weer klagende bewoners (“Working 9 to 5”, Sarah Franssen-Mommer). Een nieuwe bewoner, Mehmed Sjiesjkebap (Jules Laufenberg), wordt door hoesmeester Knauze met de nodige reserve en vooringenomen argwaan ontvangen: een hilarische scène met een uit het leven gegrepen dialoog (“Ich bin ein Döner”, John Pelzer). Uiteindelijk zal de Turkse “oeslender” uitstekend blijken te kunnen integreren (“Karsu”, Henk van den Berg). Dochter Katriensje (Manuela Crutzen) verliest haar liefste (Sjimmie Sjuppesjteel)( Gavin Schmidt), die door de bewoners voor de rijdende rechter (roelende risjter) (Jo Kern) (“The A-team”, instr.) wordt gedaagd met de aanklacht: per post op het adres van Filomena Flötekieés bezorgde pakketjes met hashplènts-jer, zèks-jer mit “poedertsoeker” en fieze kusjejeróch en kliemperend klokkesjpèl). (Beej ós óp de jallerie, Gerda Bülles). Sjimmie ziet zijn huurcontract door de rechter opgezegd tot boosheid van Katriensje (“Colonel Bogey March”). Knauze begrijpt alle ophef, maar maakt zich zorgen over Katriensje (“Living next door to Jimmy”, Huub Zegers). Een match via Tinder levert Katriensje gelukkig met behulp van haar medebewoners een nieuw liefje op (“Roed zien de rozen”, Sarah Franssen-Mommer). Filomena Flötekieës bakt met de “poedertsoeker” van Sjimmie Sjuppesjteel onbewust een spacecake, die door hallucinatie bij de dames een eigen invulling van het lege en dode plein oplevert “You don’t own me”. De samenstellers zorgen er elk jaar weer voor dat niet alleen alle binnen de harmonie aanwezige kwaliteiten (musicerend, zingend, acterend en dansend) worden aangesproken, maar dat ook elk jaar weer de allerjongsten (de leerlingen) de gelegenheid krijgen bühne-ervaring op te doen en te ervaren hoe het is om applaus te oogsten. Ze mochten deze keer schitteren in de dans van “d’r sjpatsierende busj” (“Waterlelies” en “African Beat”, instr.) en ook in de tweede act nog een keer hun kunnen laten zien. Katriensje blijkt via Tinder een nieuwe liefde te hebben gescoord binnen een circusfamilie en kondigt bij vader Knauze een bruiloft aan met speciale gasten, op een speciale locatie en met veel muziek en optredens ( “Schultenbrau”, Manuela Crutzen). De samenstellers van de revue slagen er zo andermaal in het eerste en het tweede deel van de revue uitgesproken te laten contrasteren.
In de tweede act presenteert Circusdirecteur Giuseppe Pasta-Aldente (Hay Staps), met assistentie van witte clown Pierrot (Jo Kern), na een muzikale intocht van alle artiesten (“Entry of the Gladiators”, instr.), een bont en afwisselend circusprogramma. In de eregastenloge zitten Jacob Knauze met dochter Katriensje en de bewoners. Zij worden verrast met acts zoals de dierendans van de “Bambini Animali” (de leerlingen) (“Pinguindans”, instr.), de metamorfose-act met Filomena Flötekieës, het ballet van de “doekendans” (“La Califfa”, instr.), de verdwijntruc “Uno, due, foetsjie” (“Engelbewaarder”, Henk van den Berg), gewichtheffer Billy Bullshit (Bram Ladeur) (“Gonna fly now”, instr.), de Spaanse dans van gesplitste synchroon en niet-synchroon dansende boven- en onderlijven (“Espana Cali”, instr.), de gevoelig-emotionele act van “d’r kloon” (Roy Krout) en tussendoor telkens weer het aandoenlijke en grappige clowntje (Eva Krout) met dikke trom en notenstandaard, dat tevergeefs probeert op te treden, maar door de directeur steeds wordt weggestuurd tot medelijden van het publiek. Na de grande circusfinale (“Mars Barnum and Bailey”, instr.) kondigt pappa Pasta-Aldente de bruiloft aan van zoon Pietro (Bram Ladeur) met Katriensje Knauze (“Love is in the air”, John Pelzer). Er volgt een hilarische fotosessie (fotograaf Ilona Baggen)met als eindresultaat, dat de bruiloft niet doorgaat (“Huilen is voor jou te laat”, Gerda Bülles). Dan wordt de tijd vooruit gezet: 3 maanden later. Op een volledig ingericht Julianaplein (wens-denken!) zitten Filomena Flötekieës en Jacob Knauze op het terras van caféhouder Mehmet Sjiesjkebap met elkaar te chatten onder het “genot” van de stille klanken van “silent disco” (“Don’t stop me now”, Maurice Delnoye). Knauze verklaart Flötekieés zijn liefde (“Himmelblaue Augen”, Huub Zegers) en met Katriensje en Pietro is er toch uiteindelijk een zelfs dubbele bruiloft (“I was made for loving you, baby”, Maurice Delnoye). Niet langer met “silent disco” en “sjwiesj de moel” maar met sjtiemoeng en remmiedemmie (“Liever te dik in de kist”, Brigitte Pelzer) en Mehmet Sjiesjkebap konkludeert dat uiteindelijk op het plein “alle Menschen werden van de Brüder”. Er wordt gefeest tot de vroege morgen (“Sierra Madre”, John Pelzer) op een “Festival der Liebe”(Maurice Delnoye). Traditiegetrouw sluit de harmonie haar revue met het toepasselijke “Vols, doe bis e dörp” (Jo Kern en Henk van den Berg). Meer dan 100 medewerkenden uit de eigen gelederen produceerden weer een revue van hoge kwaliteit. Opvallend is steeds weer opnieuw, dat de harmonie elk jaar weer nieuwe talenten-debutanten, jong en oud(er) weet te ontdekken en te lanceren, o zo hard nodig om de toekomst van de revue te waarborgen. Maar dat is de Moeziek wel toevertrouwd. Dus vol vertrouwen op naar 2025!