Curtain Up Alfred Reed

Alfred Reed schreef “Curtain Up!” voor de 60e verjaardag van de “Wheaton, Illinois Municipal Band”.

Reed gebruikt de stijl van de theaterouverture, die uitgroeide tot een van de belangrijkste muziekstijlen van de 20e eeuw. “Curtain Up!” bestaat uit zes delen:

1. Opening Fanfare
2. Bright Two-Step
3. Romantic Ballad
4. Soft Shoe Novelty
5. Latin Production Number
6. Jazz/Rock Finale

Wij hebben de noten in onze map. Dus neem deze svp mee naar de repetitie.

Danzas Cubanas Robert Sheldon

“Danzas Cubanas” bestaat uit drie dansachtige delen (conga, salsa, mambo) die de vreugde en energie van de Afro-Cubaanse eilandbewoners en hun muziek vieren. Conga-ritmes openen het werk, gevolgd door een verleidelijke salsa. De finale is een opzwepende mambo. Dit inspirerende werk bevat solopassages voor piano, trombone, fluit en trompet en is een uitstekende manier om een vurige concertavond af te sluiten.

De leden van de Florida Bandmasters Association in Palm Beach County bestelden dit werk ter nagedachtenis aan hun gewaardeerde collega en vriend Ubaldo Montecino.

Porgy and bess – arr. James Barnes

De Amerikaanse folkopera in drie bedrijven, “Porgy and Bess”, van George Gershwin (muziek), Du Bose Heyward (boek) en Ira Gershwin (tekst), ging in 1935 in première en wordt beschouwd als de eerste Amerikaanse opera. De personages spreken de taal van de zwarte bevolking in een getto in het Amerikaanse Zuiden. De lichamelijk gehandicapte jongeman Porgy wordt verliefd op Bess, de minnares van een moordenaar. In het ontroerende liefdesverhaal van “Porgy and Bess” zijn talloze episodes uit het dagelijks leven van de Afro-Amerikaanse bevolking rond de eeuwwisseling verweven.
Gershwins veelgeprezen compositie verwijst enerzijds naar Europese opera en bevat anderzijds Afro-Amerikaanse elementen uit jazz, spirituals en blues. Het werk, dat op de overgang van opera naar musical staat, is nu niet meer weg te denken uit het repertoire van operahuizen over de hele wereld.
De bekende Amerikaanse componist James Barnes heeft een meesterlijke bewerking gemaakt voor symfonisch blaasorkest.

Jazz Waltz Otto M Schwarz

Oostenrijk is het land van de wals en de walskoning Johann Strauss. Maar is de wals vandaag de dag nog steeds relevant? Otto Schwarz denkt van wel, en hij bewijst het meteen. Hij voorziet iedereen die liever iets moderners speelt van zijn levendige Jazz Waltz No. 1.

Connections – Bert Joris

Connections is een indrukwekkend muziekstuk van de Belgische componist en trompettist Bert Joris. Bert Joris is niet alleen een uitstekende muzikant, maar heeft ook langdurige relaties met andere artiesten en ensembles, zoals de Belgische gitarist Philip Catherine en het Enrico Pieranunzi Quintet. Connections is gearrangeerd voor harmonieorkest en bigband.
Samen met de bigband van Beeg o.l.v. Richard Didden zullen wij dit werk uitvoeren.

Jazz Suite 2 Dimitri Sjostakovitsj

Dimitri Sjostakovitsj schreef Jazzsuite nr. 2 oorspronkelijk in 1938 voor een symfonieorkest met vier saxofoons, een accordeon en een gitaar. De voorganger, Jazz Suite No. 1 uit 1934, was gecomponeerd voor een kleiner ensemble. De titel “Jazz Suite” is enigszins misleidend, aangezien de componist eigenlijk een U-muziekstijl gebruikte. Sjostakovitsj had in de jaren 1920 al lichte muziek voor zichzelf geschreven. Johan de Meij zorgde voor een levendig arrangement van de Jazz Suite voor blaasorkest. Wij zullen echter max. 3 delen uit deze suite spelen.

T-Bones in Swing

George Gershwin was een graag geziene gast in de high society van New York. Hij was een heer die zich goed uitdrukte en uitstekend piano speelde. Zijn eigen liedjes waren bijzonder succesvol. In T-Bones in Swing staan de trombones in de schijnwerpers. Een prachtige selectie hoogtepunten van George Gershwin voor drie solotrombones en orkest. Een echte traktatie!

Abschied der Gladiatoren Hermann Ludwig Blankenburg

Het is niet meer te achterhalen wanneer Hermann Ludwig Blankenburg zijn mars “Deutschlands Fürsten” componeerde. Waarschijnlijk werd het gecomponeerd in Duisburg tussen 1901 en 1903. Het was pas op aandringen van collega-musici dat hij het indiende bij de Londense uitgeverij Hawkes & Son voor een grote marswedstrijd. Uit de documenten van de huidige muziekuitgeverij Boosey & Hawkes is deze datum niet meer te achterhalen. De mars werd echter waarschijnlijk in 1904 ingediend en de winnende titels – in dit geval waren er ruim 500 inzendingen – werden in 1905 geselecteerd. De wedstrijden die de Londense uitgeverij organiseerde om goede marsen te vinden stonden in Europa hoog aangeschreven. Duitse componisten wonnen verschillende prijzen en in 1905 won ook een Duitser de wedstrijd, want de mars “Deutschlands Fürsten” kreeg de eerste prijs. De titel werd echter om begrijpelijke redenen veranderd en heette voortaan “Afscheid van de Gladiatoren” – vermoedelijk een verwijzing naar Julius Fuciks grote mars “Intocht van de Gladiatoren” op. 68.
Hoewel het geen mars is, werd “Farewell to the Gladiators” al snel een favoriet in Groot-Brittannië en wordt het nog steeds regelmatig gespeeld bij grote militaire muziekceremonies in Londen. De triomftocht over de wereld was niet te stoppen en als een van de echte “wereldmarsen” is het vandaag de dag nog steeds populair in Japan, de VS, Scandinavië, Nederland, Duitsland en vele andere landen. Zelfs de voormalige Sovjet-Unie was geen uitzondering.

March-Bou-Shu Satoshi Yagisawa

De Japanse componist Satoshi Yagisawa creëerde March-Bou-Shu in zijn eigen muzikale taal aan de hand van een volksliedje uit zijn thuisland, het Japanse bestuursdistrict Chiba. De uitvoering van het stuk wordt gekenmerkt door het verkennen van de originele speelstijl van het lied. De verschillende speelstijlen variëren afhankelijk van het tempo en de interpretatie van de passages. Probeer een heel individuele speelstijl uit je harmonieorkest te halen. March-Bou-Shu is een stuk dat je harmonieorkest goed kan spelen op elk evenement of concert.

Deel dit bericht.