“AMICI CECILIA”
Koninklijke Harmonie St. Cecilia 1836 Vaals
Koninklijk Erkende Harmonie “Amicitia” Banholt
IN CONCERT
De blaasmuziek is na een langere “stille” periode weer helemaal terug. Dat demonstreerden de harmonieën St. Cecilia 1836 Vaals, de koninklijke, en harmonie “Amicitia” Banholt, de koninklijk erkende, afgelopen zaterdag samen in hun concert AMICI CECILIA in de “Obelisk”. Beide verenigingen haalden alles uit de kast om het talrijke publiek te vermaken met een afgewogen, goed op elkaar afgestemd programma, zowel apart als ook samen musicerend.In de vooraankondiging over de muziekstukken in de pers was zeker niet te veel beloofd. Voor beide verenigingen was de volle zaal met publiek vol verwachting als een warm bad en navenant werd er ook o.l.v. de twee gedreven dirigenten Patrick Sporken en Frans Bemelmans, gemusiceerd, met tevreden vrolijke gezichten bij de muzikanten na elk gespeeld stuk. De beide voorzitters, Ellen von Wintersdorff en Willy Bours leidden de stukken kundig in om de toehoorders nog meer van de muziek te laten genieten. Zeker verhalende muziek, zoals “Bonaparte” (Amicitia) en “Between two worlds” (St. Cecilia) van Otto M. Schwarz, “A journey to a magical world” (St. Cecilia) van Thomas Muraurer, “Flight” (Amicitia) van Benjamin Yeo en “Hobbits” (Amicitia en Cecilia) van Johan de Meij gaan door uitleg vooraf nog meer leven. St. Cecilia trapte af met Alfred Reeds concert-ouverture “Hounds of spring”. Verrassend en apart was Amicitia’s Noorse “Valdresmars” van Johannes Hanssen. Dat jazzy- en ook bigband-muziek wel aan St. Cecilia is toevertrouwd mag gevoeglijk bekend zijn. “Prince Igor in swing” (Alexander Borodin) in een arrangement van Sammy Nestico was deze keer daarvoor het bewijs.Zeer terecht was er in het concert ook ruimte voor een optreden van de drumband van harmonie St. Cecilia. De samenwerking met de slagwerkers van schutterij St. Paulus werpt duidelijk vruchten af. O.l.v. instructeur Roland Jaegers toonde de drumband in een drietal stukken haar kunnen.
Het laatste gedeelte van het concert vormde het gezamenlijk concerteren van beide harmonieën, waarvoor spectaculair repertoire was uitgezocht, te beginnen met de toch al imposante mars “Arnhem” van Albert Kelly. De toon was gezet. Het publiek maakte (muzikaal) kennis met de dramatische kant van het leven van keizerin Elisabeth (Sissi). Johan de Meij is daar als arrangeur van de musicalmelodieën van “Elisabeth” op z’n best. Na de gezamenlijke pasodoble “Orgullo Santiaguista” van Ignacio Sanchez Navarro volgde het slotstuk. Zonder alle prachtige en interessante muziekstukken te kort te willen doen: de apotheose “Buglers Holiday” voor drie trompettisten en orkest. Min of meer verrassende solisten: de beide dirigenten Frans Bemelmans en Patrick Sporken en als “dritter im Bunde” Roland Royen, trompettist zowel bij Amicitia als bij St. Cecilia. Na dit stuk nog een keer uitgevoerd als Zugabe was er een welverdiende staande ovatie. Enthousiaste en tevreden muzikanten met hun dirigenten en een enthousiast en zeer lovend publiek, dat was de dik verdiende opbrengst van deze bijzondere muziekavond. En een samenwerking tussen twee harmonieën die zeker nog een keer voortzetting verdient. Harmonie St. Cecilia had haar zaken goed voor elkaar. Prima georganiseerd, goed verzorgd (met dank ook aan “Floralia”), tot en met de bediening door eigen mensen in de zaal. Kritische noot: Voor een keer bij uitzondering kun je daar een vereniging mee opzadelen, maar het mag geen gewoonte worden. Organiseren en uitvoeren is voor de vereniging, exploiteren is andermans zaak.