KIES DE TROMBONE
Onder de koperen blaasinstrumenten neemt de trombone een middenpositie in: de trompet en de hoorn klinken hoger, de tuba klinkt lager dan de trombone. De manier waarop bij de trombone de toonhoogte geregeld wordt, verschilt van de andere koperen blaasinstrumenten. De meeste koperen blaasinstrumenten hebben ventielen, maar de trombone is uitgerust met een schuif. Als de trombonist de schuif van zich af duwt, wordt het instrument langer en daardoor de toon lager.
De trombone bestaat al zo’n 600 jaar en is ontstaan uit de trompet. In die tijd hadden trompetten geen ventielen, zodat er maar een beperkt aantal tonen op kon worden gespeeld. Toen op de trompetten een schuif werd aangebracht, werd het mogelijk om veel meer tonen te spelen. De naam trombone komt uit het Italiaans, “tromba” betekent trompet en “one” betekent groot. De Engelse naam voor trombone is sackbut. In de 15de en 16de eeuw was de trombone vooral in Engeland een populair instrument. Veel Engelse koningen hadden trombonisten in dienst in hun orkesten. Er waren zelfs ensembles bestaande uit 16 trombonisten! Ook in de kerkmuziek speelde de trombone een belangrijke rol, vaak in combinatie met orgel en viool.
Vanaf ongeveer 1750 maakt de trombone deel uit van het symfonie-orkest. De meeste orkesten hebben 3 trombones. De toon van de trombone is zeer zangerig, daardoor kan hij uitdrukking geven aan diepe emoties. Ook prachtig klinken 3 trombones in zachte akkoorden. Maar het meest bekend is de trombone als instrument met een enorme geluidssterkte.
Veel componisten laten de trombones dan ook spelen als het orkest op zijn allerluidst moet. Ongeveer 150 jaar geleden was er een dirigent in Amerika die zo schoon genoeg had van trombonisten die altijd te luid speelden dat hij trombones liet bouwen met de beker naar achteren. Ook in de jazz is de trombone een belangrijk instrument. Jazztrombonisten gebruiken verschillende dempers om variatie in klankkleuren en effekten mogelijk te maken.
